LindsayVallen.nl

Verlof! En hoe dit onverwachte, vroegtijdige moederschap ook invloed heeft op mijn eigen werkgelegenheid

Nee, dat is geen grap. 1 april, kikker in je bil, vandaag zou officieel mijn zwangerschapsverlof ingaan. En ik had inderdaad nog een zwangerschapscursus en yoga gepland :’-). Vanaf vandaag is het exact 6 weken tot de datum waarop ik uitgerekend was: woensdag 13 mei 2015. Maar inmiddels ben ik al 4 weken en 1 dag moeder (hoera: gisteren 4 weken, ook mooi in de agenda :-). Daarvoor heb ik 5 weken plat gelegen met vroegtijdig langdurig gebroken vliezen. Vanaf maandag 26 januari belandde ik in de ziekenboeg en dinsdag 3 maart beviel ik van een prachtige, maar piepkleine dochter. Dus ik heb vanaf 3 maart al ‘verlof’. Je kunt het namelijk niet bepaald verlof noemen, als ik eerlijk ben.

Sinds 1 januari van dit jaar is er gelukkig een speciale ‘couveuseregeling‘ voor (vroeggeboren) kindjes die langer dan een week in het ziekenhuis verblijven. Deze moeders hebben na thuiskomst van hun kindje recht op 10 weken verlof, wat vanaf dat moment ingaat. Zo kunnen zij – net als ‘gewone’ moeders – ook genieten van 10 weken samen met hun kindje thuis. Als deze regeling niet bestond, zou ik 23 juni alweer moeten werken. Dan zou onze dochter (hopelijk) net een maand thuis zijn, voordat ik weer aan de slag moest.


(lees hier het hele artikel op KleineKanjers.nl)

Ik ben dus blij dat deze regeling bestaat. Toch is deze couveuseregeling voor mij niet zo relevant. Ik zou na mijn verlof waarschijnlijk überhaupt niet meer werken zoals ik deed. Zoals sommige lezers (misschien) weten, kampte ik vorig jaar met een burn-out. Ik was een aantal maanden uit de running en op advies van zowel de bedrijfsarts als mijn therapeut besloten we dat ik niét zou terugkeren in de functie die ik vervulde voordat ik uitviel. Dat was voor mij een opluchting, hoewel ik me ook een grote mislukking voelde. Het gaf daarentegen ademruimte om veilig te re-integreren, waar ik langzaam mijn werkconditie opbouwde en (weer) vertrouwen kreeg in mezelf en mijn kunnen.

Aangezien de meeste werkplekken geen filantropische instelling zijn, werden er ook afspraken gemaakt over het vervullen van toekomstige werkzaamheden. Ik kreeg een loopbaantraject aangeboden, waarin ik met een coach aan de slag ging met mijn werkwaardes en hoe deze binnen de organisatie passen. Dat ging erg goed. De bedoeling was dat ik intern zou netwerken om zo een nieuwe functie te vinden én deze te gaan vervullen. Want mijn werkgever en ik zijn nog altijd op goede voet met elkaar en geloofden dat er ergens binnen de organisatie heus wel een plekje voor mij zou zijn.

De vrijdag voorafgaand aan de (gedoemde) maandag 26 januari waarop mijn vliezen braken, voerde ik zelfs een netwerkgesprek. Er lag werk op het gebied van online content en social media: mijn vakgebied én werkzaamheden waar ik gelukkig van word. Ik vertelde honderduit over mijn ervaring en ideeën en zowel mijn gesprekspartner als ikzelf eindigden enthousiast ons gesprek. Dinsdag 27 januari zou ik een afspraak hebben met de projectleider in charge. Ik fietste fluitend naar huis en ging positief het weekend in.

Als ik hier kon laten zien wat ik in huis had, zou ik wellicht een nieuwe werkplek kunnen veroveren. Daar heb ik tot 1 oktober de tijd voor gekregen. Na mijn re-integratie is dat de afspraak die ik gemaakt en ondertekend heb. Dat is ook een afspraak waar ik nog steeds achter sta. Mijn werkgever is zeer coulant en heeft mij tijdens mijn burn-out alle ruimte gegeven te herstellen. Ook toen duidelijk werd dat ik niet zou terugkeren in mijn functie, liet men duidelijk merken dat ze mij nog niet kwijt wilden. Dat voelt goed. Maar logischerwijs spreek je een termijn af wanneer je dit samen geregeld hebt. Ik snap dat je niet jaren met een werknemer blijft zitten die je (nog) niet kwijt kunt, want dan heb je 1 FTE ‘over’ op je balans. En daar wordt de boekhouder niet blij van.

In de oude situatie had ik dus 3 maanden de tijd om intern een ander plekje te vinden en daar was ik druk mee bezig, zoals met het netwerkgesprek in januari. Ik had goede hoop en de verwachting intern een nieuwe plek te vinden, voordat ik met verlof zou gaan. Of desnoods tijdens mijn verlof, schatte ik zo in.

Voorafgaand aan deze hele situatie dacht ik: tijdens mijn verlof kan ik de (interne) vacaturebank gewoon blijven checken en mijn werklaptop open klappen om wat koffiedates in te plannen met potentiële, nieuwe managers van functies die vrijkomen. Zo blijf ik op de hoogte van interne wisselingen en heb ik voor 1 oktober gewoon een nieuwe werkplek binnen dezelfde organisatie. Zo zag het er ook naar uit. Ik maakte me niet druk, omdat ik altijd goede beoordelingen heb gehad en inmiddels bijna 3 jaar mijn naam op heb gebouwd binnen deze organisatie.

Dus zou mijn verlof vandaag ingaan en na mijn verlof (eind juni) zou ik ingewerkt kunnen worden op mijn nieuwe plek, als ik die gevonden had. Wellicht (nog) niet, dan zou ik intern verder zoeken of me kunnen oriënteren op een externe plek. Want ook dat is mogelijk. Stel dat er voor 1 oktober geen baan beschikbaar komt binnen de organisatie waar ik nu in dienst ben, dan nemen we afscheid van elkaar. No hard feelings, dat is de termijn die we samen kortgesloten hebben en die ik – nogmaals – heel coulant vind.

In de oude situatie zou ook dat absoluut geen issue zijn. Ik zou elders solliciteren (ik schreef zelfs een wervende tekst op LinkedIn) en misschien niet direct mijn droombaan vinden, maar wel gaan werken met mijn donder. Ik hou namelijk erg van werken. Ik werk al sinds mijn 12e, omdat ik het heerlijk vind mijn eigen centen te verdienen. Dat geeft me een gevoel van vrijheid en onafhankelijkheid. Ik voel me nuttig en voldaan als ik werk. Ik geniet van contact met collega’s en opdrachtgevers. Ik ben een werkpaard pur sang, roep ik altijd.

Maar ineens is dit werkpaardje toch een beetje huiverig of ze per 1 oktober wel een nieuwe plek heeft gevonden. En dat heeft alles te maken met het vroegtijdige moederschap dat veel eerder kwam dan verwacht. De hectiek van deze situatie waarin we geleefd worden door ziekenhuisbezoekjes, kolven en tussendoor slapen en eten, maakt het eigenlijk onmogelijk mijn voorgenomen plannen uit te voeren. Ik heb nog geen moment mijn werklaptop open geklapt. Ik heb nog geen moment de interne vacaturesite bekeken en dus niet gereageerd op interessante functies die online verschenen.

Ik ben al ruim 9 weken nauw verbonden aan het WKZ: eerst lag ik zelf 5 weken opgenomen en nu ben ik er de afgelopen 4 weken twee keer per dag om mijn bloedeigen meisje te bezoeken. En dat blijft nog wel even zo. Ik vrees dat ik mijn tijd en energie voorlopig niet kan verdelen om deze in het vinden van een nieuwe functie te stoppen. Dit kan tot gevolg hebben dat ik per 1 oktober geen andere werkplek heb. Zowel intern als extern niet. Dan ben ik werkeloos. Voor het eerst in mijn leven. Super raar. Dan kan ik mezelf overigens wel ‘fulltime blogger’ noemen op LinkedIn ;-).

Ik kijk trouwens niet neer op thuisblijfmoeders, zeker niet zelfs. En ook niet op fulltime bloggers (maar hoe leuk zijn deze memes, hehe ;-). Ik vind dat iedereen voor zichzelf moet kiezen waar zij (of hij, thuisblijfpapa’s ook) gelukkig van wordt. Een gelukkige ouder, is een gelukkig kind. Als alles ‘normaal’ was verlopen bij ons, had ik mijn uren teruggeschroefd van 36 naar 32, maar was gewoon blijven werken. Omdat ik daar – als mens – blij van word.

Ik geloof oprecht dat – mocht ik tijdelijk werkeloos raken – ik heus wel weer aan de bak kom. Als ik in rustiger vaarwater kom en weer ga solliciteren, kan ik bovendien uitleggen waarom ik er even tussenuit ben geweest. ‘Hoi ik ben Lindsay, hier is mijn CV, dit is mijn werkervaring en ik heb inderdaad een gat van … 3 maanden… 6 maanden… 9 maanden… 12 maanden‘? Ik heb eigenlijk nog geen idee hoe lang het gaat duren. De arbeidsmarkt is niet bepaald ruim op het moment, zeker niet op het gebied van schrijfwerk of social media.

Maar ik zal eerlijk vertellen dat ik wel wílde solliciteren en werken, maar ik mijn tijd en energie harder nodig had voor een klein, prematuur mensje. Dat mijn functie op dat moment ‘moeder van een vroeggeboren kindje’ was, zo ongeveer 168 uur per week. Iedere dag, 24 uur lang. Dat mijn werkplek de afdeling neonatologie was en mijn directe collega’s de zusters en artsen van het WKZ. Daarom stond dit paard even op stal, druk bezig met haar veulentje.

Als een werkgever daar begrip voor heeft, staat er tegen die tijd een werkpaard te trappelen om haar dressuurkunsten te laten zien. Is dat een reden om afgewezen te worden? Dan wíl ik daar niet eens werken.

Liefs,
Lindsay

  • Love
  • Save
    2 loves
    Add a blog to Bloglovin’
    Enter the full blog address (e.g. https://www.fashionsquad.com)
    We're working on your request. This will take just a minute...